Winti als psychotherapie

 

Op 12 april 2023 vond in Amsterdam een spraakmakende lezing plaats aan de Academie voor Psychotherapie, getiteld ‘Winti als psychotherapie’. Tijdens deze lezing werd het intrigerende verband tussen Winti en psychotherapie onder de loep genomen.

De lezing werd gegeven door een viertal sprekers: allereerst Henna Linger, een Praktijkondersteuner Huisarts (POH) en GZ-maatschappelijk werker, Baba Kenneth, een Afro-theoloog en spiritueel verzorger in Winti, Marian Markelo, docent verpleegkundige en Wintipriesteres en tot slot Jan Rademaker, de directeur van de Academie voor Psychotherapie in Amsterdam.

De avond begon met een boeiende uitleg van Baba Kenneth over de diepgaande betekenis van Winti. Hij deelde dat Winti een Afro-Surinaams verklaringsmodel is dat de wereld op diverse niveaus verklaart, van religieus en cultureel tot sociaal en psychotherapeutisch. Hij benadrukte dat Winti antwoorden biedt op grote levensvragen, zoals de oorsprong van de mensheid en wat er na de dood gebeurt. Winti is daarom niet alleen een religie, maar ook een levensbeschouwing en een manier van leven.

Het is een monotheïstische religie met een eigen kosmologie, waarin God het opperwezen is en niet rechtstreeks gekend kan worden door de mens. Als bemiddelaars tussen deze God en de mens bestaan er binnen Winti bovennatuurlijke wezens, winti genaamd. Zij zijn gemaakt door God en staan daarom dichter bij God. De winti hebben verschillende pantheons, zoals aarde, water, bos en lucht en zijn dienstbaar aan de mens.

Naast Winti spelen Vooroudergeesten, bekend als cabbara, een significante rol. Deze entiteiten zijn de geesten van overleden individuen die nauwer verbonden zijn met de mens en toegang hebben gekregen tot het spirituele rijk. In feite worden ze beschouwd als de heiligen binnen de gemeenschap van Winti-beoefenaars en vertegenwoordigen ze spirituele energieën die nog steeds belast zijn met spiritueel ‘vuil’, wat vaak wordt aangeduid als karma. Om deze Vooroudergeesten te bevrijden en hen verder te leiden naar het spirituele domein, worden specifieke rituelen uitgevoerd.

Baba Kenneth onthulde dat er in de geschiedenis sprake is geweest van onderdrukking en indoctrinatie van Winti door christelijke invloeden, met langdurige gevolgen. Winti wordt nog steeds als taboe gezien en in een verdomhoekje geplaatst. Hij benadrukt dat het desondanks een volwaardige religie is met grote culturele, spirituele en psychologische waarde voor degenen die het omarmen.

De lezing verkende met behulp van casussen de verschillen tussen het Winti-perspectief en het West-Europese model van psychotherapie. Winti gaat uit van het bestaan van de eerdergenoemde vooroudergeesten, die dicht bij je staan en met je communiceren. Soms kunnen deze geesten zich opdringen om aan te geven dat een persoon niet goed bezig is. Deze spirituele energie komt dan binnen om de persoon op het juiste pad te zetten. Zij proberen dus te helpen, in tegenstelling tot demomen, kwaadaardige geesten die geen goede bedoelingen hebben en eruit gestuurd moeten worden. In beide situaties wordt niet gesproken van bezetenheid maar eerder van ‘in bezit neming’. Deze visie staat in schril contrast met die van de reguliere gezondheidszorg, die waanbeelden, stemmen en hallucinaties als tekenen van geestesziekte beschouwt.

De behandeling van een cliënt door een Winti-priester of priesteres begint met een diepte-interview om een inventarisatie te maken van de situatie van de cliënt en de mogelijke spirituele vervuiling uit de omgeving of voorouders. Hierbij wordt gekeken naar de privé-situatie, familie, werk, slaap, draagkracht en draaglast. Ook wordt gekeken naar de intergenerationele visie en aanpak en naar de mate waarin sprake is van epigenerationele problematiek. De behandelaar toetst het verhaal van de cliënt aan de spirituele wereld en hogere wijsheid van de familie en de vooroudergeesten, om hallucinaties uit te sluiten.

De therapie is gericht op het activeren van de Goddelijke kracht in de cliënt en het wegnemen van de spirituele belasting. Hierbij wordt een passend behandelplan opgesteld en vindt er nazorg en evaluatie plaats. Het gezin en ouders worden vaak betrokken bij de behandeling om meer informatie te krijgen en de grip op de persoon te verbreken zonder de macht van de voorouderlijke geest te breken. De behandelaar gaat op zoek naar de dieptelaag in de familielijn en probeert de angel eruit te trekken.

Het perspectief van Jan Rademaker, zoals beschreven vanuit de Academie voor Psychotherapie, is gericht op het idee dat ieder individu bestaat uit verschillende delen die soms helpen, en soms niet. In plaats van vooroudergeesten of winti spreken we hier dus van delen in de persoon zelf, die gezien kunnen worden als psychische constructen van de persoon in kwestie.
Bij de behandeling is het belangrijk om te beseffen dat de therapeut iemand niet tegen zijn of haar wil kan genezen. Daarom is een cruciaal aspect van psychotherapie het beïnvloeden van iemands verandervermogen en veranderbereidheid, dat wil zeggen de capaciteit en motivatie om te veranderen. De cliënt wordt geactiveerd om zelf zijn probleem aan te pakken en zich anders te leren verhouden tot de verschillende delen waaruit hij bestaat.

Om de cliënt zo goed mogelijk te kunnen activeren zijn vier therapieoverstijgende aspecten belangrijk, op basis van de theorie van psychiater en psycholoog Jerome Frank. De therapeut doet er goed aan deze aspecten gedurende de therapie continu te optimaliseren: allereerst het overkomen als een goede en betrouwbare professional, ten tweede een goede therapeutische relatie met de cliënt onderhouden, ten derde het vaststellen van een in de ogen van de client geloofwaardig verklaringsmodel (ofwel mythe genoemd) over zijn of haar probleem. De vierde en laatste belangrijke factor is het inzetten van een praktische procedure, ofwel therapeutische interventie, die voortvloeit uit het verklaringsmodel, waarbij een actieve deelname van de cliënt en therapeut is vereist.

Het perspectief van Jan Rademaker verschilt op een aantal belangrijke punten van Winti, aangezien zijn visie zich meer richt op de psychologische en hypnotherapeutische aspecten van psychotherapie en minder op spirituele en culturele factoren. Desalniettemin vindt hij het belangrijk om te erkennen dat er verschillende perspectieven zijn binnen de psychotherapie en dat de beste aanpak afhankelijk is van de individuele behoeften en achtergronden van de cliënt. Respect en erkenning van andere zienswijzen is hierbij cruciaal en in het grootste belang van de individuele cliënt.

Dit artikel
Wil je reageren op dit artikel?