Stel: overal waar je gaat wordt je bestormd door stalkers. Je kunt ze nauwelijks ontlopen. Doodmoe val je ‘s avonds in slaap, maar het duurt niet lang voor je met bonzend hart wakker schrikt omdat er één op je raam staat te kloppen.
Klinkt vreselijk? Gelukkig is de kans dat dit gebeurt vrij klein. Veel vaker worden we achtervolgd door een innerlijke stalker. Iedereen heeft deze wel.
Een mentale stalker veroorzaakt net zoveel stress als een ‘echte’ stalker, alleen vaak ongemerkt en onderhuids. Jouw lichaam merkt het verschil niet. Hoe zwaar is het om continu op scherp te staan? Je steeds weer te wapenen tegen een onzichtbare vijand?
Wat vertelt deze innerlijke stalker jou? Heb je het te druk?
Misschien presteer je niet genoeg volgens bepaalde, te hoge, standaarden. Of je stopt verdriet of boosheid steeds weg, waardoor het gaat protesteren.
Het is belangrijk dit te onderzoeken bij jezelf. Soms ben je zo gewend aan het gevoel van stress dat het normaal voor je is geworden. De arts Gabor Maté zegt hierover in zijn boek 𝘞𝘢𝘯𝘯𝘦𝘦𝘳 𝘩𝘦𝘵 𝘭𝘪𝘤𝘩𝘢𝘢𝘮 𝘯𝘦𝘦 𝘻𝘦𝘨𝘵:
“Voor degenen die gewend zijn aan hoge niveaus van interne stress sinds de vroege kindertijd, is het juist de afwezigheid van stress dat onbehagen creëert. Dit roept dan juist verveling en een gevoel van zinloosheid op. Mensen kunnen verslaafd raken aan hun eigen stresshormonen, adrenaline en cortisol.”
Door deze verslaving blijf je vaak langere tijd rondlopen met deze spanning. Het is belangrijk dat we deze saboteur leren herkennen en aanpakken door rust te nemen of iets te veranderen in ons leven. Doen we dat niet, dan krijgen we het op onze bord in de vorm van lichamelijke klachten: hoofdpijn, vermoeidheid, slapeloosheid et cetera.
Misschien is het dan een goed idee om vaker nee te zeggen in ons leven. Nee tegen werk of anderen en ja tegen onszelf. Doen we dat niet, dan doet het lichaam het uiteindelijk voor ons.
Vandaag plan ik daarom een paar uur heerlijke vrije tijd in, waarin ik helemaal niks ga doen:)