Ons hart is het meest belangrijke en krachtigste orgaan wat we hebben. Deze kracht is vaak helaas niet voelbaar voor ons. Vaak wordt ons hart versluierd door angst. Angst voor dingen die niet in het hier en nu aan de hand zijn maar die zich afspelen in je hoofd (tenzij je door een tijger achterna wordt gezeten). Angst is dus meestal een dwangmatige gedachte.
Als je al een tijd rondloopt met een prangende vraag of thema, heeft je brein inmiddels allerlei neurale verbindingen ontwikkeld die het gevoel versterken dat het beantwoorden ervan van levensbelang is. Je angstige brein bijt zich vast in de zoektocht naar ‘de oplossing’ terwijl juist die zoektocht het stresssysteem nog meer belast.
Het levert dan alleen meer spanning en angst op als we proberen om vragen te beantwoorden die juist ontstaan vanuit spanning en angst.
Einstein zei ooit de legendarische woorden: “𝘎𝘦𝘦𝘯 𝘦𝘯𝘬𝘦𝘭 𝘱𝘳𝘰𝘣𝘭𝘦𝘦𝘮 𝘬𝘢𝘯 𝘸𝘰𝘳𝘥𝘦𝘯 𝘰𝘱𝘨𝘦𝘭𝘰𝘴𝘵 𝘮𝘦𝘵 𝘥𝘦 𝘥𝘦𝘯𝘬𝘸𝘪𝘫𝘻𝘦 𝘥𝘪𝘦 𝘩𝘦𝘵 𝘩𝘦𝘦𝘧𝘵 𝘷𝘦𝘳𝘰𝘰𝘳𝘻𝘢𝘢𝘬𝘵”.
Spanning is vaak een teken dat we iets niet willen voelen. Waar ben je nou echt bang voor? Wat is het allerergste dat kan gebeuren?
Als je een stapje terug doet en eerst goed voelt wat er speelt in je hart, geef je je zenuwstelsel de kans om te ontladen.
Zo geef je de onderliggende bron van angst en onzekerheid de kans om zich te laten zien en voelen. Vaak lost de initiële vraag dan vanzelf op.
Dan kun je weer ontspannen. De versluiering om je hart trekt weg en je komt weer in je hartkracht.