“Ik heb zo’n druk hoofd” zeggen veel mensen in mijn praktijk. Herkenbaar? Vaak stormen de gedachten als een wervelwind door onze hersens. We moeten – en willen – zo veel en hoewel het mooi is dat er zoveel kansen zijn, zetten we ongewild een enorme druk op onszelf om te presteren. Het hoofd neemt daarbij heel graag het voortouw.
Het hoofd rent het hart voorbij,
het wil vrij haar avonturen beleven.
Het laat daarbij alles achter
dat het niet bij kan benen.
Het lichaam doet nog een poging,
maar ons hoofd wint die sprint. Altijd
En terwijl het voortraast over de wilde vlakten van het leven
gooit het een gerafeld blikje achteloos in de bosjes.
Met een ‘druk hoofd’ bedoelen mensen vooral de zorgelijke gedachten. Zorgelijk denken is eigenlijk een afweermechanisme (ook wel ‘rumineren’ genoemd). Je hoofd doet dit uit bescherming. Het wil je weghouden bij wat je voelt in je lichaam, omdat het daar alle pijn heeft gestopt dat het niet kan verdragen. Het hoofd ontspoort hierin en gaat los. Wij laten het toe. In onze hang naar houvast hebben we het verstand tot koning gekroond. Het probleem hierbij is dat het hoofd een goede dienaar is, maar een vreselijke meester:
Terwijl het hoofd baadt
in de glorie van de overwinning
probeert het zachte dier van ons lichaam
om bij de deur te komen.
Het sleept zich voort
over de koude keukenvloer,
met achter zich een rood spoor
op de zwart-wit geblokte tegels.
Wat is het in jou dat bij de deur probeert te komen? Wat is het gevoel dat zich met een moe gemoed voortsleept over de koude vloer? Waar ben jij als het denken stopt? Als de spil van je bestaan – eindelijk – gelaten het hoofd laat zakken? Wat ben jij met dat hoofd ontbloot?
Kan je hart dan leven?
Laten we op deze Tweede Paasdag zorgen voor dat zachte dier van ons lichaam. Raap je lijf op en kom samen. Zo ga je misschien minder snel, maar kom je wel een stuk verder.