Een tijd geleden zat ik te wachten op de yogadocent bij een voor mij nog onbekende sportschool. Aan de zwartgeschilderde muren bonkte muziek uit de speakers. Een dun streepje daglicht viel over de fitnessapparatuur. Ze was inmiddels vijf minuten te laat. Op de koffietafel lag een onverwacht boek: Een derde gesprek met God van Neale Donald Walsh. Ik sloeg het open op een willekeurige bladzijde.
Het ging over hoe de ziel in het lichaam komt. Omdat dit een enorme opgave is, moet ze regelmatig terug naar waar ze vandaan komt. Dat doet ze door middel van de slaap. Wars van de uitdagingen, denkstress en strijd van deze wereld legt ze het lichaam neer en gaat naar huis, tot de ochtend haar weer terugbrengt. Voor haar vermoeide wezen zijn deze pauzemomenten cruciaal.
Hoe meer onze ziel zich overdag ’thuis voelt’, hoe minder slaap ze nodig heeft, volgens het boek. Ze is thuis wanneer je helemaal in het nu bent. Je biedt haar dat thuis in het huis van je lichaam. Een van de manieren om dat te doen is via je glimlach. Glimlach en besef dat dat alles is wat je nodig hebt. In het nu zijn, glimlachen en weten dat er van jou gehouden wordt.
Misschien heb je niets met het concept van ‘de ziel’. Zelf weet ik ook niet hoe het precies zit met ons bewustzijn en wat er gebeurt tijdens slaap en na de dood. Sommige dingen blijven voor ons een mysterie. Maar ik vond het een mooi idee en ik voelde ergens een glimp van herkenning:”ja, zo zou het kúnnen zijn”. Nu ik eraan terugdenk wordt ik weer rustig en hoef ik maar te glimlachen om te voelen hoe makkelijk het is om mijn ziel een thuis te bieden.
De yogadocente is nooit gekomen.
Maar ik was precies waar ik moest zijn.