De 13e-eeuwse dichter Rumi omschreef het leven als een herberg waar elke dag nieuwe bezoekers arriveren. Deze gasten brengen allerlei emoties met zich mee. Rumi moedigde aan om hen allen gastvrij te ontvangen, zelfs als er een menigte verdrietigheden binnenkomt die met geweld je hele innerlijke wereld lijken te verwoesten. Het is van belang om elke gast met eerbied te behandelen, schreef hij, want misschien komen ze om de boel te ontruimen en plaats te maken voor nieuwe mogelijkheden. ⁣
⁣
Sommige van deze bezoekers zijn gemakkelijk te verdragen, maar we kennen allemaal die kloterige gevoelens die we liever buiten laten staan. Het nadeel is dat ze daar blijven rondspoken, zodat je nooit compleet kunt ontspannen in jouw herberg. ⁣
Om ook deze stormachtige gasten te verwelkomen is stilte en rust nodig, waarin je de naar buiten gerichte aandacht terug naar binnen roept en zakt in jezelf. Alleen vanuit deze stevige basis kun je hen een warm welkom geven. Serveer een mooie maaltijd en stook een haardvuur, deel dekens uit, houdt hen geborgen en geliefd. Op deze manier breng je licht in je eigen duisternis en bevrijd je jezelf. Zo kun je de wereld verlichten en een baken van hoop zijn voor anderen.⁣
⁣
Het is belangrijk te onthouden dat er ook échte vijanden aan de deur kloppen die zich voordoen als vrienden. Ze zijn gestuurd door andere mensen die je willen ondermijnen of door eigen overtuigingen die niet dienstbaar zijn. Als je hen binnenlaat, vergiftigen ze het met zorg bereide voedsel en vegen de vrede van tafel. Ze vallen je gasten aan, doven het vuur en bestoken je herberg met destructieve krachten. Of nog erger, ze komen met schijnbaar goede bedoelingen en zetten je gasten tegen je op, waardoor ze je herberg van binnenuit verzwakken totdat er uiteindelijk niets anders overblijft dan as. ⁣
⁣
Daarom is het heel belangrijk om voorzichtig te zijn bij het selecteren van wie je binnenlaat. Plaats een wijze wachter aan de deur die met intuïtie de echte gasten herkent en de valse vrienden buiten houdt. Op deze manier blijft het licht in je herberg branden en zal het nooit worden uitgeblust door de schaduwen van de wereld.